Op Facebook ontstond recent een pittige discussie naar aanleiding van een bericht op de pagina van een landelijk medium. In dit bericht zagen wij als kijkers veel moslims die in een moskee bij elkaar kwamen om daar te bidden tijdens de ramadan, een periode waarin extra aandacht geschonken wordt aan verdraagzaamheid, vrijgevigheid, liefdadigheid en saamhorigheid.

Daarmee sloegen deze gelovigen het advies van hun regering in de wind, die de moslims had gevraagd om vooral thuis te blijven en het risico op besmetting met het coronavirus daarmee te minimaliseren. Voor zichzelf, maar natuurlijk ook voor anderen.

Maar de moslims die de interviewer sprak, hadden daar geen boodschap aan. Een van de geïnterviewden reageerde als volgt: ‘Wij mensen gaan niet over leven en dood, God bepaalt wanneer het onze tijd is. Daarom zijn we niet bang en doen we gewoon wat we tijdens ramadan altijd doen. Allah zou het zo gewild hebben.’

De uitspraken leidden tot veel reacties, zowel van mensen die deze onderbouwing goed konden begrijpen en de vrijheid van religie bepleitten, als van mensen die het heel onverstandig vonden om toch massaal naar de moskee te gaan om mét en dicht naast elkaar te gaan bidden, met alle risico’s vandien.

Vanuit spiritueel oogpunt hebben de mensen die er géén bezwaar in zagen om naar de moskee te gaan ongelijk. Wanneer een overheid adviseert om in het belang van jezelf én overige mensen ramadan thuis te belijden en je negeert dit advies, dan doe je dit vanuit een geconditioneerde zelf. Ofwel: vanuit een met religie geïdentificeerd ego dat zegt dat jouw god dit gewild zou hebben. Oh ja, hoe weet je dat? Kunnen we dat überhaupt zeker weten? Misschien is de stem van de overheid wel die van God, die zich via bestuurders laat horen. God laat zich immers op heel veel verschillende manieren verstaan, niet alleen hoe jij denkt dat hij/zij zich laat horen of niet laat horen.

Ook het argument dat een god bepaalt wanneer iemand sterft is natuurlijk een kulargument. In normale omstandigheden kan je misschien zo denken, maar niet in voor ons levensbedreigende omstandigheden die vragen om noodzakelijke maatregelen, waarmee we voor onszelf en voor anderen kunnen voorkomen dat we dood gaan. Een opperwezen mag dan in de beleving van een gelovige over leven of dood gaan, maar deze met ons verstand gecreëerde entiteit zal er niet voor pleiten om sneller dood te gaan dan absoluut noodzakelijk.

Tot slot doet ook vrijheid van godsdienst hier niet ter zake. Het is een voorrecht om dit artikel in de grondwet van een land terug te kunnen zien, maar dat betekent niet dat we met een godsdienst de vrijheid voor anderen in kunnen gaan perken, dan wel de levens van andere mensen in gevaar kunnen gaan brengen. Dat zou zeer egoïstisch zijn en niet volgens de regels van religie, waarin een van de grondbeginselen is om elkaar met respect te behandelen en saamhorigheid uit te oefenen en discipline (thuis te blijven is ook discipline) te betrachten. Religie is daarbij in eerste instantie natuurlijk bedoeld om lijden te verlichten, niet om het te verergeren.

Ik vraag echt af hoe deze mensen straks reageren als ze – als vissen op het droge – op hun bed naar adem liggen te happen doordat ze misschien wel besmet zijn met het virus. En hoe religieus verlicht ze zijn wanneer ze massaal naar een ziekenhuis worden gebracht om daar gebruik te maken van de paar IC-bedden die in deze landen beschikbaar zijn. Is het dan nog altijd god die beslist wie er naar binnen mag voor een behandeling of geldt dan ineens het recht van de sterkste? Is er dan nog altijd volledige overgave aan de gedachte dat god gaat over leven en dood en het tijdstip van overlijden óf komt er dan toch ineens heel veel overlevingsdrang naar boven? Ik vermoed het laatste, maar dan is het kwaad natuurlijk al geschied.

Tot slot: een religie betekent niet altijd klakkeloos uitvoeren en voor waar aannemen wat staat voorgeschreven in een boek. Religie betekent ook en juist zélf nadenken en soms heel goed luisteren naar de signalen van een mogelijk opperwezen, dat zijn stem op heel veel verschillende manieren kan laten horen. Als deze spiritueel onbewuste mensen in die moskee dat gedaan hadden, dan waren ze in de geest van hun geloof wellicht thuis gebleven om te bidden en vasten en was de kans op het creëren van lijden voor zichzelf en anderen aanmerkelijk verkleind.