Zondag 10 april liep ik (na negen jaar, foto derde van links in rode shirt) voor de vijfde keer in mijn leven een marathon. Dit keer in Rotterdam, zeker qua entourage een van de mooiste marathons ter wereld. Waarom ik weer deelnam aan een marathon? Gewoon omdat ik er zin in had, mij als zesenvijftigjarige nog altijd heel fit voel en de fysieke én mentale uitdaging samen met enkele trainingsgenoten wel weer eens aan wilde gaan. Over die uitdagingen gesproken: als ACT-trainer (ACT staat voor Acceptatie en Commitment Therapie) kon ik mijn kennis en inzichten nu ook weer eens voor mezelf inzetten tijdens een pittige challenge.

Waarden

In de gedragstherapie ACT draait het om psychische flexibiliteit, veerkracht. Maar ook om rijk, zinvol en voluit leven. Liefst natuurlijk vanuit je eigen waarden, ofwel vanuit de dingen die jií belangrijk vindt. ACT benadert het leven daarbij vanuit een zestal kernzuilen (zie afbeelding onder), waarvan er ook rond een marathon een aantal goed van pas komen. Allereerst wil je bij ACT helder krijgen waar je enthousiast van wordt (een waarde). In mijn geval is dat in het levensgebied ‘ontspanning’ onder meer de sport hardlopen, waar ik ook nog eens redelijk goed in ben. Dan kom je al snel bij een marathon uit. Heb je eenmaal besloten dat je een marathon wil gaan lopen, dan dien je wel tijdig in actie (ook een van de ACT-zuilen) te komen om enigszins fit aan de start te verschijnen. Die toegewijde actie begint natuurlijk al in je voorbereiding in aanloop naar de marathon. Het vraagt heel wat  trainingsarbeid om de ruim 42 kilometer op het moment suprême daadwerkelijk af te kunnen leggen. Je dient te investeren in jezelf, in tijd, in afzien.

Hier en Nu

In ACT is het daarnaast belangrijk dat je – met name wanneer dat je helpt – in het huidige moment aanwezig bent. Dus ja, een training is een loop in voorbereiding op de marathon, maar probeer het niet te zien als uitsluitend een middel (de training) tot het doel (de marathon zelf). Realiseer je dat je training een volwaardig onderdeel van je leven is, reduceer hem niet tot slechts een stepping stone tot het hoofddoel, de marathon. ‘Pff, moet ik weer die 30 kilometer trainen’, wordt dan misschien wel: ‘hé, wat leuk, we mogen weer 30 kilometer in de vrije natuur lekker hardlopen!’ Voel je het verschil?

Defusie

Dan is er de week voorafgaand aan de marathon. De spanning neemt toe. Hoe ga je op een goede manier met die stress om? Ervaar je misschien angstgevoelens? Besef dat je niet kán falen. Ons ego maakt ons dat graag wijs, maar prik erdoorheen. Besef dat je niet die angstgedachte bént, maar dat die in jouw bewustzijn plaatsvindt. Dat is genoeg. Daarmee is het ego ontmaskerd. Wanneer je wat vaker oefent, kan je zelfs om die gedachten lachen. Ik had ‘de pech’ dat ik twee weken voor de marathon tijdens een afsluitende halvemarathonwedstrijd mijn enkel verzwikte, met een flinke zwelling als gevolg. Op zo’n moment is het belangrijk om die blessure zo snel mogelijk te accepteren. Blijf ook uit de slachtofferrol (‘nee hè, heb ik weer’). Het is zoals het is. Wat kon ik doen om de kans op deelname toch nog te vergroten? Regelmatig koelen, rusten en in mijn geval ging ik om de paar dagen ook even dippen in zee. De kou lijkt helend te zijn in zo’n geval. Dus je komt weer in actie om de situatie te verbeteren.

Twee weken voor de marathon verstuikte ik mijn enkel. Dit was het gevolg. Vlak voor de marathon was de enkel (nagenoeg) volledig hersteld.

Hier en Nu

Tevens is het in het voortraject belangrijk om nog niet te veel met ‘toekomst’ – de dag van de wedstrijd zelf – bezig te zijn. Ik geef toe: zeker niet gemakkelijk, onze mind staat een paar dagen voor de wedstrijd al in de actiestand en is daar maar moeilijk vanaf te brengen. Doe ook in die laatste dagen je dingen zoveel mogelijk in het Hier en Nu. Kook met aandacht, stofzuig met aandacht, wandel met aandacht, zet je zintuigen in de buitenlucht lekker aan het werk: kijk, luister, ruik et cetera. Lig je in bed te woelen, dan is het misschien goed om een ademhalings- of meditatieoefening te doen, zodat je mind weer even kan stoppen met ‘denken’. Lukt het echt niet? Accepteer dat het niet lukt. Kan je niet accepteren dat het niet lukt? Dan is er nog één optie over: accepteer dat je niet kan accepteren dat het niet lukt.

Acceptatie

Dan de marathon zelf: blijf ook voor en tijdens de race zoveel mogelijk in het Hier en Nu. Verlang niet naar de finish, maar omarm het huidige moment. Het gaat niet om de laatste kilometer, het gaat om de stap. En via al die kleine stapjes kom je uiteindelijk waar je moet zijn: de finish aan de Coolsingel. Geef je ook over aan de onzekerheden, aan het feit dat je – net als in het echte leven – niet alles in de hand hebt. Zo ontdekte ik in mijn startvak vlak voor de start dat de batterij van mijn horloge bijna op was. Daar had ik dus niets meer aan. Ik slaagde er snel in om deze tegenvaller te accepteren. Na twee kilometer kon ik mijn horloge afgeven aan een vriendin, die langs het parcours stond te trommelen. Het werd dus geen groot issue, zorgde niet voor angstgevoelens of onrust, wat mijn prestatie negatief zou kunnen beïnvloeden.

De laatste honderden meters richting de finish op de Coolsingel in Rotterdam.

Gedachtes en gevoelens observeren

De marathon zelf verliep voor mij tot circa 35 kilometer eigenlijk heel voorspoedig. Met ons groepje van vier vrij ervaren atleten lieten we ons niet verleiden tot te snelle tussentijden. Soms was dat niet gemakkelijk. Zeker op de Erasmusbrug, met duizenden enthousiaste toeschouwers langs het parcours, is het belangrijk om je bewust te zijn van de werking van het ego, dat ons op zo’n moment al snel influistert: ‘Sneller, laat het publiek zien hoe hard je kan lopen’. Voor je het weet versnel je iets, wat je later in de marathon, wanneer het echt zwaar wordt, moet bezuren. Dat observeren van onze eigen gedachten is soms heel belangrijk. Helpt die gedachte mij nu, maar zeker ook straks? Baseer daarop je beslissing om iets wel of niet te doen. Wij hielden ons keurig aan ons tempo en trapten niet in de val van ons ego.

Acceptatie

Rond 35 kilometer kwam – in mijn geval – nogmaals de volgende ACT-zuil om de hoek kijken: acceptatie. Acceptatie van wat nu weer? Van de pijn. Een marathon lopen gaat zeer doen. Als je pech hebt na 25 kilometer (misschien ben je onbewust toch te snel gestart en heb je je laten leiden door de omstandigheden), als je geluk hebt ‘pas’ na 35 kilometer. Ik had geluk, ofwel: ik begon in de problemen te komen op zo’n 6 à 7 kilometer van de finish. Het is in zo’n geval beter de pijn te omarmen dan ertegen te gaan strijden. Gaat de pijn in de benen daardoor weg? Nee, zeker niet, maar je creëert wel wat ruimte om je lijden heen. Accepteer wat je niet kan veranderen, accepteer en kom in actie als je een situatie wél kan veranderen. In het geval van de marathon kon ik het huidige moment (lijden) niet veranderen en werd het gewoon een kwestie van harken, tot aan de finish toe. Dat hoort er nu eenmaal bij. Een uurtje later ben je je pijn vrijwel zeker alweer vergeten.

De bergmetafoor

Wat de marathon mij uiteindelijk heeft opgeleverd (naast mijn geplande streeftijd van 3 uur en 15 minuten)? Heel veel plezier, voldoening, trots en blijdschap. De korte, maar hevige pijn stond hiertoe niet in verhouding. Ik had het voortraject en het evenement zelf, met daarna een gezellige borrel met mijn hardloopmaatjes (afbeelding onder), voor geen goud willen missen. Het had mij ook weer iets geleerd over mezelf: ik kon ACT ook in mijn eigen leven toepassen. Want zoals ik regelmatig aan mijn cliënten vertel: ieder (dus ook de trainer) beklimt zijn eigen berg en er is altijd meer berg te beklimmen. Realiseer je daarbij dat het niet gaan om het bereiken van de top van de berg, maar om de reis die je aflegt. Net als in de marathon!

Na afloop op het Stadhuisplein met v.l.n.r. Marco Hendriks, Arjen van der Velden, Wim de Jong en ikzelf.

Ook marathon- of hardloopaspiraties? Volg dan ook eens een of meerdere ACT-trainingen. Kijk op www.act-westland.nl of bel met 06-17228437.