Ik ben gefascineerd door het tv-programma Hij is een zij. Daarin volgt de presentator een aantal jongeren, soms zelfs nog kinderen, die ontdekt hebben dat ze weliswaar als jongen zijn geboren, maar zich eigenlijk een meisje voelen. En vice versa.

Het is een programma met een lach en een traan. Die traan wordt vaak veroorzaakt door ´het zelf´ van de jongeren, het van binnen voelen dat ‘iets niet klopt’, maar de traan komt ook vanuit een andere, externe hoek. Die van de mensen die dergelijke kwesties mentaal niet kunnen handelen. Bijvoorbeeld van ouders, die heel erg moeten wennen aan het idee dat hun kind liever van geslacht verandert. Toch komt er zelfs bij de meest traditionele ouders na verloop van tijd wel een vorm van begrip en acceptatie. Ze zien hun kind immers lijden en besluiten uiteindelijk maar dat zij zélf hun strijd op moeten geven en niet het kind, dat het al moeilijk genoeg heeft. Kun je het de ouders kwalijk nemen dat ze moeite hebben met de situatie en dus ook pijn lijden? Nee, eigenlijk niet, ze zijn nog niet bewust. Dat worden ze naarmate het proces vordert pas, door in te zien dat overgave heel veel pijn oplost en uiteindelijk ´vrede´ brengt.

Naast de ouders is er natuurlijk ook nog de omgeving die iets verder van de situatie afstaat, zoals vrienden, kennissen, klasgenoten, collega’s en al die andere mensen waar ze privé of zakelijk contact mee hebben. Het is verheugend om te zien hoeveel ruimte er al is voor deze mensen om zichzelf te kunnen zijn, zonder te worden beoordeeld, beschimpt, bespuwd of wat dan ook. Transgenders zijn, net als homoseksuelen, in heel veel landen namelijk nog altijd persona non grata. Het zijn mensen die er volgens tegenstanders, niet zouden moeten zijn. De argumenten? Het is niet ´natuurlijk´, zo heeft God het niet bedoeld, het is vies en ga zo maar door. Het eigenlijke argument is echter: angst. Mensen die moeite hebben met transgenders of homoseksuelen hebben angst. Angst met name voor zichzelf.  De situatie bezorgt hen angst over hun eigen identiteit. Als dit kan, wie ben ik dan zelf?

Ik bedoel hiermee dat je niet bént wat je denkt te zijn. Je afkomst bepaalt voor het grootste gedeelte je identiteit en datgene waarmee je je identificeert. Hecht er dus ook geen waarde aan, of in ieder geval niet te veel. Ga er niet prat op als je uit een ‘goed milieu’ komt, maar ga er tevens niet onder gebukt als je uit een lagere sociale klasse afkomstig bent. Realiseer je dat je gedrag is aangeleerd, vaak door ouderen en mensen die daar belang bij hadden. Bijvoorbeeld omdat ze wilden dat je naar hen luisterde, dat je gehoorzaam was.

Je bent echter helemaal vrij in je leven, al is het soms moeilijk om dit zo te ervaren. Er wordt zo ontzettend veel druk uitgeoefend op ons om iets of iemand te zijn, dat het heel moeilijk is om heel dicht bij jezelf te blijven. Toch is dat de enige manier om daadwerkelijk gelukkig te zijn. Voel waar je gelukkig van wordt en leef ernaar, pas dan bereik je die diepe vrede die ons allemaal niet een beetje maar inténs gelukkig maakt. Zoals ook de meeste hoofdpersonen uit Hij is een zij gelukkig mogen ervaren.

(Column uit 2017)