Je hoort  en leest vaak: ‘Geef de moet niet op!’ Ofwel: blijf te allen tijde strijden voor een betere toekomst. Ooit komt immers de dag dat je beloond zal worden voor je inspanningen en dan zal je blij en trots zijn dat je tóén niet hebt opgegeven. Dat wordt ons vaak voorgespiegeld door mensen die ons uit liefde willen (onder)steunen.

Op zich is deze gedachte heel logisch en strevenswaardig. Wie de moed immers opgeeft verzandt misschien wel in passiviteit, in lethargie. Je geeft iets op, het komt niet meer goed, het wordt niet meer zoals je ooit hoopte. Je hebt je neergelegd bij het feit dat je niet sterk genoeg was om iets in je voordeel te veranderen. Dat voelt voor de meeste mensen niet goed.

Toch is er ook een belangrijke uitzondering op de regel. Die vond ik in deze spreuk: ‘Vergeving is alle hoop op een beter verleden opgeven.’ Inderdaad, een zegswijze om even over na te denken en op je in te laten werken. Want wat staat hier nu eigenlijk?

Er staat dus letterlijk dat je via vergeving alle hoop op een beter verleden opgeeft. Is het erg dat je die ‘ambitie’ opgeeft? Het zit heel erg in ons om deze zegswijze direct te weerspreken of toch minimaal in twijfel te trekken. Opgeven heeft voor de meesten van ons namelijk een nogal negatieve connotatie, bijvoorbeeld met zwakte, berusting, moedeloosheid.

In dit geval is het tegendeel echter waar en staat ‘opgeven’ voor ware spirituele kracht. Alle hoop op een beter verleden opgeven, betekent immers dat je je realiseert dat het verleden nooit meer zal veranderen, nooit meer ‘beter’ zal worden. Het betekent dat je berust in je verleden, in wat toen gebeurd is; dat je je overgeeft, hoe pijnlijk dat verleden door bepaalde omstandigheden ook was. Je realiseert je tevens heel intens dat het enige dat je in je leven ooit zal hebben het huidige moment is. In spirituele terminologie bestaat het verleden niet eens, hooguit in je gedachten. Wat dat betreft is het niet eens een keuze en hoef je je niet eens over te geven. Wie zich vasthoudt aan het verleden leeft in een illusie die niet meer bestaat. Die overigens nooit heeft bestaan, want ook het verleden vond ooit plaats in het huidige moment!

Waarom is het belangrijk om alle hoop op een beter verleden op te geven? Omdat je dan niet langer meer gekweld wordt door pijnlijke gedachten aan het verleden, die verhinderen om op dít moment gelukkig te zijn of om op dít moment innerlijke vrede te ervaren. Het geeft je weer innerlijke ruimte om te voelen wat je bent: het bewustzijn áchter je eventuele pijnlijke gedachten. Je realiseert je dat je niet je gedachten bént, zodat je je er niet langer meer mee identificeert. En als je dit bij vlagen nog wel doet, dan word je je er heel snel bewust van. Daarmee voorkom je dat je opnieuw in een slachtofferrol belandt, waardoor er nieuw lijden voor jezelf en je omgeving wordt gecreëerd. Belangrijk is overigens wel dat je beseft dat vergeven niet hetzelfde is als vergeten. Hoe zou je je verleden immers kunnen vergeten? Dat vraagt dus ook niemand van je.

De slotvraag: wie of wat vergeef je eigenlijk? Dat kan van alles zijn. Je ex, je ouders, je kinderen, de personen die je gekwetst hebben, je collega’s et cetera. Maar ook iemand waar je misschien niet zo snel aan zal denken: jezelf! Vergeef jezelf ook voor de door jou gemaakte ‘fouten’, anderen voor door hen gemaakte ‘fouten’, die jullie in de meeste gevallen maakten omdat jullie destijds nog spiritueel onbewust waren. Kijk daarom met compassie naar jezelf, naar anderen en zelfs naar het Leven, en open daarmee de deur naar spirituele verlichting.