Recent ontmoette ik een man in een dorpscafeetje. Naast hem gezeten kwam ons gesprek op de zelfmoordaanslagen van terroristen in de afgelopen jaren. De man, zelf zeer religieus, sprak zijn afschuw uit over het zaaien van dood en verderf onder onschuldige burgers op vliegvelden, treinstations, hoge gebouwen en dergelijke. Hij begreep het niet, was zeer hard en haatdragend in zijn afkeuring en veroordeling. Ik bespeurde frustratie en angst bij hem en heel veel onbegrip. Hij leed onder de vele gevaren die onze samenleving, met alle grote mondiale problemen, met zich meebracht. Waar ging het toch naartoe met de wereld? En was die angst niet zozeer zijn eigen aangelegenheid, dan was hij wel bevreesd voor het lot van zijn kinderen en kleinkinderen, die ná hem nog op deze aarde zouden rondlopen.

Ik vertelde hem dat ik de aanslagen zeker ook afkeurde, maar dat we op moesten passen om de handelingen van deze onbewuste mensen al te rigoureus te veroordelen. Wij kúnnen namelijk nooit oordelen over anderen, laat staan véroordelen. We kennen niet hun verleden, niet hun pijn en niet hun mate (on) bewustzijn.

Dat schreeuwde om nadere uitleg, zo merkte ik. Hoe kon ik dit nu zeggen, antwoordde hij vol ongeloof. Hier kon je toch nooit begrip voor hebben? Deze daden waren zo in-en-in slecht en verwerpelijk, daar paste alleen maar afschuw en veroordeling bij. Hij zou zelf nóóit zijn toevlucht nemen tot zoiets verschrikkelijks, was zijn stellige overtuiging.

Ik zei hem rustig, zonder hem aan te willen vallen, dat hij helemaal niet kon weten of hij dit nooit zou doen. Dat is namelijk onmogelijk. Ik vertelde hem verder dat proberen iets te begrijpen iets anders is dan ‘begrip hebben voor’. Stel je voor, zei ik, dat jij bent geboren in een omgeving waar vanaf je geboorte bommen vallen, waar angst heerst, waar van jongs af aan wordt geleerd om te haten, waar wordt gezegd dat ‘zij’ de vijanden zijn, dat ‘zij’ vernietigd moeten worden en dat de zelfgekozen dood een zeer gerespecteerd martelaarschap oplevert. Denk je dan nog altijd dat het onmogelijk is dat je dingen gaat doen die door vrijwel de gehele wereld verafschuwd worden? Ik denk het niet.

Het is heus niet zo moeilijk om je eigen gedrag in te schatten als je vrijwel altijd in een veilige comfortzone kunt bewegen, wanneer er altijd brood op de plank is, een dak boven je hoofd, je van voldoende slaap kunt genieten, woont in een land waar de gezondheidszorg uitstekend verzorgd is en waar kinderen en kleinkinderen in vrede op kunnen groeien. Dan despereer je niet en kom je niet snel tot dergelijke wanhoopsdaden.

Maar o wee als jouw levenssituatie in negatieve zin verandert. Dan zal je merken dat wij allemaal bereid zijn om heel ver te gaan om iets in stand te houden of om een nieuw en ‘hoger’ doel te bereiken. En als ik zeg wij, dan bedoel ik ook jou én mezelf. Zeg nooit dat jij iets niet zal doen, daar gaan wij niet over en kun je namelijk nooit zeggen.

Waarom het belangrijk is om dit te realiseren? Omdat in dat besef minder snel een tweedeling tussen wij en zij ontstaat en je bijdraagt aan een vreedzamer samenleving. En het ontbreken daaraan … is nu precíes zijn waar deze man de meeste angst voor had!