Humor en grappen maken/horen hebben evolutionair gezien een belangrijke functie. Lachen is namelijk als het zalven van de ziel. Toch voelt niet elke grap zo balsemend aan. Sommige harde grappen, bijvoorbeeld van cabaretiers, veroorzaken namelijk ook pijn, met name uiteraard bij de mensen die letterlijk het lijdend voorwerp van de grap zijn. Allerlei gedachten kunnen in zo’n geval bij de toeschouwer, kijker of luisteraar opkomen, zoals:
- Ik word belachelijk gemaakt.
- Die ander is een slecht mens, heeft geen empathie en verdient een ban.
- Zie je wel, ik mag er niet zijn!
- Dít is een persoonlijk op mij gerichte aanval.
- Waarom doet iemand mij zo’n pijn?
- Dit zou niet mogen gebeuren!
Begrijpelijke gedachtes, met als bijproduct ook nog eens pijnlijke emoties, zoals verdriet en boosheid. Moeten we daarom sommige kwetsende, harde grappen maar verbieden óf biedt het lijden als gevolg van een grap die ons raakt juist een kans om onszelf weer een stukje beter te leren kennen?
Spirituele oefening
Zelf ben ik er een voorstander van om de pijnlijke grap te zien als een spirituele oefening, zoals vrijwel elke situatie in ons leven dat is. Dus als een kans om te kunnen groeien. Want als een grap ons nog stevig raakt, wat zegt dat dan eigenlijk over onszelf? Heel veel natuurlijk. Alles zit namelijk in onszelf. Een grap die pijn doet, betekent dat er nog iets in ons zit wat nog niet geheeld is. De ‘nar’ brengt met zijn grap onze pijn aan de oppervlakte, maar is niet de veroorzaker van het lijden.
Identificatie
Het lijden komt voort vanuit onze identificatie met vorm. Welke vorm? Dat kan van alles zijn. Je geslacht, genderidentiteit, seksuele geaardheid, religie, je lichaamsvorm en/of -kleur, je gedachten over al deze aspecten et cetera. Zolang we niet inzien dat we niet deze vormen zijn, zal het egoïsche lijden in de vorm van gekwetstheid, boosheid, verdriet of minderwaardigheid er zijn. Het is onze oefening om deze pijn te transformeren tot meer spiritueel bewustzijn. Om tot het besef te komen dat wij ‘slechts’ het bewustzijn zijn waarin alles plaatsvindt en dat alles wat daarin wordt gevoeld neutraal is en er volledig mag zijn. Zodat we onszelf bij een grap die over ons gaat iets minder serieus gaan nemen, minder aan gaan trekken van wat een ander over ons zegt of van ons vindt. Dat we inzien dat de cabaretier ons eigenlijk een spiegel voorhoudt met zijn – overigens heus niet altijd geslaagde – grap.
Interessant
Daarom heeft een cabaretier soms dezelfde functie als een spiritueel leraar: ons in laten zien dat we nog iets te helen hebben. En daar gaat soms tijd overheen. Gebeurt het weer, probeer dan dit eens: “Hé, dat is interessant, deze grap raakt mij enorm, merk ik. Daar zit dus nog een stukje pijn in mij.” De volgende stap is in te zien dat je niet die pijn bent en zo dus de identificatie ermee loslaat.
Boek van vreugde
Misschien dat je dan over een tijdje zelfs wel een flauw glimlachje rond je mond tevoorschijn ziet komen na een grap die je eerder nog volledig deed exploderen van woede of deed wenen van verdriet. Of zoals de Zuid-Afrikaanse aartsbisschop Desmond Tutu sprak in Het boek van vreugde: “We ondergaan dan grief zonder gegriefd te worden en ondergaan hartzeer zonder een gebroken hart te krijgen.”
Fred Louter (ACT-trainer) www.act-westland.nl