De scheiding was enige maanden geleden in gang gezet. Door hem. Hij kon niet langer met haar samen zijn, wilde – nee, moest – zichzelf beschermen tegen haar ziekte, hoeveel hij ook nog van haar hield. Het was onmogelijk gebleken om verder te leven met zijn vrouw, die leed aan narcisme. Ze had hem vreselijk beschadigd, het was nog een wonder dat ze er beiden zonder al te veel kleurscheuren vanaf waren gekomen.
Ik luisterde geboeid naar zijn verhaal. Opmerkelijk: dit was in korte tijd al de derde persoon die ik ontmoette die een relatie had gehad met een narcist. Een vrouw die ik eerder sprak was ook gescheiden. Ook zij had afschuwelijke jaren achter de rug, waarin ze mentaal vrijwel kapot was gemaakt. Ze was amper nog in staat geweest om van zichzelf te houden, was diep ongelukkig geraakt, haar eigenwaarde was tot vrijwel het nulpunt gedaald. Maar gelukkig, zowel de man als de vrouw krabbelde weer langzaam op. Ze ontwaakten langzaam maar zeker uit de nachtmerrie die hen was overkomen.
In gesprekken met ex-partners van narcisten komt met name de rol van de narcist ter sprake. Logisch, laatstgenoemden vertonen het gedrag dat wij veroordelen en verafschuwen en ons ontzettend beschadigt. De kritiek vanuit de omgeving op de narcist is dan ook vaak keihard, de haat en afschuw van ex-partners is logischerwijs extreem groot. Maar schieten de ex-partners van narcisten daar iets mee op? Dat kun je je wel afvragen.
Zoals ik in de eerste alinea schreef, is narcisme immers een ziekte, waar ik verder overigens geen verstand van heb en dus ook geen uitspraken over doe. Maar als het een ziekte (waar ik een persoonlijkheidsstoornis ook onder schaar) is, dan rijst wel de volgende vraag: kun je iemand beschuldigen en veroordelen die ziek is? Kun je überhaupt iemand veroordelen? Veroordeel je iemand die kanker heeft? Vast niet. Veroordeel je iemand die depressief is? Vast niet. Toch doen veel mensen dit wel met narcisten. Waarschijnlijk omdat we narcisme niet als ziekte zien of erkennen. We zien en ervaren die persoon als een afschuwelijk monster. We plakken etiketten: egoïstisch, vol van zichzelf, jaloers, boosaardig en wat voor beschrijvingen we nog meer kunnen geven. Maar eigenlijk zouden we met compassie moeten kijken naar deze personen. Medelijden is bijna op zijn plaats, ze kunnen er ook niets aan doen. Narcisten zijn immers letterlijk doodziek, lopen in het donker en hebben jou nodig om hun eigen ziekte in stand te houden. Een enorm pijnlichaam heeft bezit genomen van hun geest, wat zorgt voor immense spanningen in relaties. Vrijwel continu.
Als ik zeg dat compassie op zijn plaats is, betekent dit uiteraard niet dat een narcist jouw leven mag bepalen c.q. verwoesten. Dat recht heeft niemand, dus ook een zieke narcist niet. Wie (nog) sterk genoeg is en over voldoende zelfliefde beschikt (gaat vaak samen), komt daarom zeker in actie en gaat zichzelf beschermen. Therapie of, zoals in het geval van bovenstaande voorbeelden, een scheiding, zijn in de meeste gevallen de onvermijdelijke gevolgen van dit ‘in actie komen’.
Wat voor de partner van de narcist, naast dus actie ondernemen, heel belangrijk is: neem verantwoordelijkheid voor wat er is gebeurd en wat er eventueel nog altijd gebeurt. Neem verantwoordelijkheid voor de situatie waarin jíj bent beland en waarin je je nog altijd bevindt. Het leven dat je nu leidt, heb je uiteindelijk zélf gecreëerd. Ooit is er, weliswaar onbewust, de keuze voor dit leven en voor deze partner gemaakt. Waarom? Jullie hadden elkaar nodig om te kunnen groeien.
Waarom het zo belangrijk is dat je deze verantwoordelijkheid neemt? Je denkt vast: ik ben hier toch niet verantwoordelijk voor? Die narcist is toch ziek? Waarom moet ík dan verantwoordelijkheid nemen voor zijn of haar gedrag? Logische vragen en toch is het belangrijk dat je inziet dat je die verantwoordelijkheid wel degelijk moet nemen. Let wel: zonder over jezelf te oordelen of jezelf te véroordelen.
Oordeel dus niet, je bent niet slecht of dom geweest. Er valt je niets te verwijten. Maar alleen als jij zélf de verantwoordelijkheid neemt, krijg je de kans om verder te groeien en zie je het in de toekomst niet langer meer iets als iets wat je ‘zomaar’ is ‘overkomen’. Niets in het leven overkomt jou zomaar. Jouw relatie met een narcist is niet toevallig geweest, die had een doel. Dat heeft het leven voor jou bepaald. Geef je hieraan over, zodat je op een bewustere manier verder kunt leven, en zodat je deze mensen niet langer nodig hebt om te kunnen groeien. Dan hoef je deze pijn ook niet langer of nog een keer te ervaren. Je hebt dan geleerd van een pijnlijke ervaring.
Die verantwoordelijkheid – nogmaals: zonder jezelf te veroordelen! – ‘moet’ je als het kan in elke situatie in je leven nemen. Jezus’ uitspraak ‘Vader, vergeef hen want zij weten niet wat zij doen’, slaat daarbij ook op jouzelf. Je mag ook jezelf vergeven voor wat je gedaan hebt of wat je is overkomen. Jij kon en kan er namelijk ook niets aan doen, net als de zieke narcist er niets aan kon doen. Vanuit dit besef werkt iedereen vanuit liefde en groei aan een mooiere, vrediger en bewustere wereld.