Ze had als hardloper al jarenlang veel last van prestatiedruk. Ze legde zich die druk zélf op, zei ze, het kwam zeker niet door de verwachtingen van anderen die ze wilde waarmaken. Op een bepaald moment was ze er echter wel klaar mee; de spanning voorafgaand aan een wedstrijd kwam haar zó de keel uit dat ze besloot om de sport in wedstrijdverband vaarwel te zeggen. Zonde, want ze had de fysieke kwaliteiten om nog lang op een goed niveau te acteren. Daarnaast is het meedoen aan een hardloopwedstijd een heel leuke ervaring, als je er tenminste van kan genieten.
Deze loopster is zeker niet de enige die te kampen heeft met druk die het presteren negatief beïnvloedt. Vreemd fenomeen is dit. Wat is dat toch in mensen? Je hebt niets te verliezen, je bent gezond, bent in staat om te rennen; je zou hier dankbaar voor kunnen of misschien wel moeten zijn, maar toch wordt het niet zo ervaren. Heel veel lopers staan de ochtend van een wedstrijd op met een naar, zenuwachtig gevoel in de onderbuik. Je moet telkens naar de wc, de spanning kan zelfs letterlijk misselijkmakend worden. En sneller word je er natuurlijk ook al niet van. Integendeel, je krijgt de bekende ‘pap’ in je benen, waardoor je voor je gevoel niet vooruit te branden bent. Nu is een beetje spanning natuurlijk prima. Wedstrijdspanning die het beste in je naar boven haalt, levert immers positieve energie op, maar als het omgekeerde het geval is, is dat natuurlijk zonde. Met name voor de sporter die vaak traint en de wedstrijd ziet als een kans om te ontdekken waar hij of zij toe in staat is.
Waar komt die druk vandaan en belangrijker: hoe kun je wél genieten van een (hardloop)wedstrijd waarin je het beste in jezelf naar boven kan halen? Ondanks dat veel lopers het niet zullen beamen, heb je bij negatieve prestatiedruk faalangst. Je hebt angst om niet te voldoen aan verwachtingen. Of dat nu je eigen verwachtingen zijn of die van je omgeving, dat doet er eigenlijk niet zoveel toe. De druk zit hem eenvoudigweg in de verwachting. Op zich is er met een verwachting niet veel mis. Een geoefende loper weet binnen een geringe marge vrij nauwkeurig wat hij fysiek kan presteren en verwacht binnen een bepaalde tijd te kunnen finishen. Het enige wat hij hoeft te doen is zijn lichaam te laten functioneren op een manier waarop het kán functioneren, bijvoorbeeld door goed getraind te zijn, op tijd naar bed te gaan en voldoende functionele voeding voor de wedstrijd tot zich te nemen. Dan kán het vrijwel niet fout gaan, die zekerheid heb je gewoon en dat kan rust geven. Lukt het desondanks toch niet, dan is er waarschijnlijk iets anders aan de hand, wellicht een mentale ‘blessure’.
Wat te doen? Misschien is het goed om je voor een wedstrijd te realiseren dat je eenvoudigweg niet kúnt falen. Dat is onmogelijk. Alles mag namelijk, niets moet. Loop je een toptijd? Proficiat! Loop je iets langzamer dan gehoopt? Prima toch. Je bent niemand verantwoording schuldig, ook jezelf niet. Neem jezelf als hardloper ook niet te serieus, het is een leuke sport, maar het gaat uiteindelijk nergens over, al denkt jouw ego misschien van wel. Dat maakt er graag een competitie met jezelf en met anderen van. Je wilt beter zijn dan die ander, of in ieder geval niet slechter. Maar uiteindelijk gaat het er in een wedstrijd alleen maar om te ontdekken waar jouw prachtig getrainde lijf toe in staat is.
Jouw lichaam is een perfect instrument, waarmee je (als recreatieloper) grootse daden mág, dus per se niet móét, verrichten. Het is een cadeau om aan de start van een hardloopwedstrijd te staan. Dankbaarheid is hier op zijn plaats in plaats van stress. Veel lopers zien het echter als een straf. ‘Stond ik hier maar niet, was het alvast maar afgelopen, dan hoefde ik niet meer te lijden’, zijn gedachten die in de hoofden van veel lopers spelen.
Het is duidelijk dat deze lopers niet bewust zijn, niet in het ‘Nu’ leven. Wie in het ‘Nu’ leeft, heeft voorafgaand aan de wedstrijd geen ongezonde spanning, maar bereidt zich met heel veel positieve opwinding voor op zijn wedstrijd. Je hebt bijvoorbeeld alle tijd om te genieten van het inpakken van je spullen, de juiste voeding tot je nemen en andere voorbereidingen te treffen.
Probeer ook tijdens de wedstrijd in het ‘Nu’ te blijven. Het doel van de wedstrijd is niet om zo snel mogelijk aan de finish te komen, al lijkt dat misschien wel zo. Het doel van de wedstrijd is ‘de stap’. Als je je dat realiseert, loop je bewust en in het ‘Nu’. Via ‘de stap’ kom je stap voor stap en met een voldaan en dankbaar gevoel en ook nog eens in een snellere tijd over de finish.
Na afloop heb je genoten van een heerlijke hardloopwedstrijd. Vergelijk je daarna niet per se met anderen, maar bedank je lichaam dat het dit voor jou heeft willen doen. Dit levert heel veel positieve moraal op, waardoor je misschien alweer uitkijkt naar een volgende wedstrijd in plaats van deze te zien als een donkere wolk die op je af komt gedreven.
Het is echt jammer als je niet bewust bent als je hardloopt. Stel je maar eens voor dat je al 80 bent: zou je op die leeftijd niet heel graag nog een keer een wedstrijdje willen hardlopen? Natuurlijk, je droomt ervan! Je zult je op die leeftijd vast afvragen: hoe is het mogelijk dat ik tóén niet of amper heb kunnen genieten van mijn deelnames aan hardloopwedstrijden? Kon ik het nog maar eens over doen. Maar dat kan dan in vrijwel alle gevallen natuurlijk niet meer. Probeer het daarom te veranderen, nu het nog kan!
Ik wens je heel veel succes, maar met name plezier in je toekomstige hardloopwedstrijden. Geniet ervan, hoe snel je ook loopt!