Een massage … Die avond stelde haar partner voor om haar te masseren, zonder dat er een tegenprestatie van haar verwacht werd. Sterker, het was (als spel) zelfs ‘verboden’ om zélf op enigerlei wijze in actie te komen met het doel om iets ‘terug te geven’ aan de ander. Alles draaide het komende uur dus om haar, om háár genot, om háár welbevinden. Ze hoefde alleen maar te liggen, voelen, ervaren, Zijn. Hoe heerlijk kan het leven zijn …?
Toch voelde ze zich er enigszins ongemakkelijk bij. Waar dat vandaan kwam? Het ongemak zat hem in het feit dat ze zijn inspanningen niet mocht ‘belonen’. Dat was vreemd voor haar. ‘Natuurlijk is het fijn om te ontvangen, maar dat betekent toch ook dat je iets voor die ander terugdoet’, zo was haar gedachte. ‘Dat is heel sociaal en getuigend van respect. Daarmee toon je ook aan dat je het gebaar waardeert en op juiste waarde weet te schatten’, vond ze. Nee, dat je niets terug mocht geven, beviel haar maar matig. Door haar overtuigingen en conditionering uit haar verleden omtrent ‘ontvangen’ voelde ze zich zelfs enigszins schuldig.
Hoe komt het dat deze vrouw, maar met haar vele anderen, niet onvoorwaardelijk ‘geschenken’ kunnen ontvangen? Waar komt het ongemak vandaan? Waarom kunnen mensen niet genieten van een geschenk en denken ze vaak dat daar iets tegenover moet staan?
Vooropgesteld: er is natuurlijk niets mis mee als je voor iemand die jou iets heeft gegeven iets terugdoet of -geeft, hetzij materieel of immaterieel. Het wordt een ander verhaal als je denkt dat je alles wat je krijgt moet belonen met een wederdienst en dat – als dat niet kan/mag – je je ongemakkelijk voelt, dus pijn lijdt.
Iemand die zich ongemakkelijk, bezwaard en schuldig voelt bij het onvoorwaardelijk ontvangen van ‘cadeaus’ in meest brede zin van het woord, heeft wellicht angst dat de ander hem of haar wellicht zal veroordelen, zal beschouwen als een egoïst, als iemand die alleen maar wil ontvangen en niets terug kan of wil geven. Waarom die persoon bang is dat dit beeld ontstaat? Omdat die persoon er eigenlijk niet onvoorwaardelijk van zichzelf mag zijn. Er is angst dat het ‘zelf’ bedreigd wordt door het beeld dat de gever zou kunnen ontwikkelen over de ontvanger. Dat wil het ego, het onware zelf, voorkomen. Daarom roept het weerstand op. Je moet sterk zijn, niet zwak! Het beeld van de ander over jou moet positief blijven. Je bent dus bang om iets kwijt te raken: een stukje identiteit. Je ego wil dus graag iets teruggeven. Realiseer je echter dat je niet je identiteit bént. En wat je niet bent, wat er eigenlijk niet is, kan je niet kwijtraken.
Wat ook kan: je denkt dat je psychologisch ‘in het krijt’ komt te staan als je meer ontvangt dan geeft. Dat voelt niet goed. Mensen vinden het immers fijn dat relaties en ook andere verhoudingen in balans zijn. Dat geeft rust: ‘Ik ben je niets schuldig, we zijn in balans, even sterk.’ Het zorgt daarmee voor onafhankelijkheid, het maakt je minder kwetsbaar en ‘chantabel’, zo is wellicht de gedachte. Ook deze gedachten zorgen er echter voor dat je niet onvoorwaardelijk kan ontvangen en dat is jammer.
Op zich niet zo heel schokkend allemaal, maar nu kom het: er kan altijd een moment komen – en misschien wel (veel) eerder dan je denkt – dat je wel zal móéten ontvangen. Dat je gewoon afhankelijk bént! Dat je niets meer terug kán geven. Bijvoorbeeld omdat je daar lichamelijk of geestelijk niet meer toe in staat bent. Als je dan niet onvoorwaardelijk kan ontvangen, ga je heel veel onnodige, mentale pijn lijden.
Probeer de volgende keer als je iets krijgt aangeboden dus gewoon eens te ontvangen zónder schuld- of andere bezwarende gevoelens. Voel je je je toch ongemakkelijk als je iets zomaar krijgt aangeboden? Laat het gevoel er zijn, ervaar de ‘pijn’, maar identificeer je er niet langer mee. De schuldgevoelens of andere gevoelens zijn immers niet wie je bent, dat probeert jouw ego je alleen wijs te maken. Zo wordt onvoorwaardelijk ontvangen voor jou een spirituele oefening, waar je op dat moment, maar zeker in de toekomst, van zou kunnen gaan profiteren.
Onthoud: je doet niet alleen jezelf er te kort mee als je niet onvoorwaardelijk kan ontvangen, maar ook de gever. Een bewuste gever houdt waarschijnlijk van jou en geeft omdat hij of zij dit graag wil, niet om altijd maar iets terug te krijgen en bij te houden wie er meer of minder heeft gegeven.
Kom dus maar op met die geschenken en geniet ervan om te ontvangen!