Wie de ontwikkelingen in de wereld volgt, en wie doet dat niet minimaal een beetje, zal concluderen dat veel individuen/groepen/stammen/landen nog altijd ruzies/conflicten met elkaar hebben. Dat kunnen kleine conflicten zijn, zoals in ons eigen dagelijks leven, maar ook grotere conflicten zijn aan de orde van de dag. Denk maar aan de situatie met gifgas en bombardementen in Syrië, Myanmar of andere brandhaarden in de wereld, waar collectieve meningsverschillen daadwerkelijk hebben geleid tot (extreem) fysiek geweld, met in heel veel gevallen de dood tot gevolg. Vaak is er ook gewoon onderhuidse spanning voelbaar, zonder dat deze altijd meteen wordt uitgeleefd op elkaar. Neem alleen maar de spanning in de Westerse wereld tussen moslims en niet-moslims, die steeds vaker lijnrecht tegenover elkaar lijken komen te staan. Je zou bijna kunnen zeggen dat ze al met elkaar in oorlog zijn, ware het niet dat dit – naast zeker ook fysieke bomaanslagen – veelal mentaal is.
Als je er van een afstandje naar kijkt, krijg je de indruk dat bepaalde individuen/groepen/landen onderlíng conflicten met elkaar hebben. Dit kan gaan om een bepaalde mening of visie op de werkelijkheid, die beide partijen vaak claimen. Dat is in de basis echter niet zo.
Het onderliggende probleem is het gebrek aan spiritueel bewustzijn.
Individuen en groepen, zoals machthebbers, gelovigen en dergelijke zijn geïdentificeerd met hun rol, mening, visie, religie et cetera. Dát is het werkelijke probleem. Het zijn dus de onderliggende individuele en collectieve ego’s die problemen met elkaar hebben, elkaar niet mogen, dan wel elkaar haten.
Wat we eigenlijk zien is een nog relatief jonge levensvorm (de homo sapiens, de mens dus, een ‘work in progress’), die op weg naar spirituele transformatie onbewust al eeuwenlang (een knipoog in de tijd) worstelt met zichzelf. We strijden dus niet tegen anderen; nee, we zijn letterlijk in gevecht met ons Zelf. Net als bij individuele personen, gaat dit proces ook bij groepen vaak gepaard met pijn, met lijden, met geweld, met haat, met het vernietigen van andere levensvormen, het in gevaar brengen van de ‘eigen’ leefomgeving en andere vormen van pijn. Dat kunnen we betreuren, maar het is zoals het is: dit is op dit moment nu eenmaal onze collectieve en nog grotendeels onverlichte staat van bewustzijn. Zeker, steeds meer mensen worden en zijn al spiritueel bewust(er), maar tegelijkertijd is er een grote groep die deze ontwikkeling vanuit egoïsch onbewustzijn nog saboteert, wat dus het lijden oplevert dat we vandaag de dag nog overal om ons heen kunnen waarnemen.
Helaas is dit lijden vooralsnog wel nog nodig om een volgende evolutionaire bewustzijnssprong te maken. Lijden is immers nodig tot we inzien dat het niet nodig is. Wanneer we die grote stap naar ‘een nieuwe aarde’ gaan maken? Dat weet niemand.
We zetten die stap met elkaar als we genoeg pijn hebben geleden, als we ons buikje met pijn ‘vol’ hebben gegeten, als ons ego, onze onware zelf, zich overgeeft en als we ons realiseren wie en wat we daadwerkelijk zijn: spiritueel bewustzijn áchter de vorm.
Kan dat moment van spirituele transformatie ook ‘te laat’ komen? Ja, ook dat kan. Een groot deel van ons mensen is op dit moment nog zó sterk geïdentificeerd met het ‘denken’, met gedachten dus, dat we – hoe krankzinnig! – zelfs in staat zijn onszelf als soort te vernietigen. Dat zou uiteraard jammer zijn, maar ook dan geldt: ‘het is zoals het is’ en ‘het kan niet anders gaan dan zoals het gaat’. The universe makes no mistakes.
Wat kunnen wij als ‘gewone stervelingen’ overigens ‘doen’? Het mooiste is om zelf spiritueel te ontwaken en vandaaruit – hoe klein ook – een bijdrage te leveren aan ‘de nieuwe aarde’. Het levert jou, je omgeving, andere levensvormen en de planeet in ieder geval minder lijden en een lichter leven op. En dat is toch mooi meegenomen, nietwaar?